Na afgelopen donderdag was de euforie groot. Winnen in Napels, zo’n teamprestatie, de nul. Het lek is boven. Niets bleek zondagavond in Den Haag minder waar, helaas!
In de competitie is iets bizars gaande. Vijf gelijke spelen tegen ploegen die in het rechterrijtje gaan eindigen. Vier keer hiervan op voorsprong gestaan, met één, twee of zelfs vier doelpunten verschil, en drie keer met een man minder de wedstrijd afgesloten.
Ook gisteren zag je de wedstrijd in de tweede helft kantelen, van overmacht met veel kansen in de eerste helft naar zenuwachtige chaos na rust. Nu het een paar keer is gebeurd, zie je het van verre aankomen, en is het des te absurder dat AZ wéér in dezelfde val trapt. Tegenstanders stellen zich er inmiddels zelfs op in.
Wij als supporters zien het gebeuren, voor de TV. We mogen helaas niet het stadion in om vocaal achter de ploeg te staan, en de spelers hier doorheen te helpen. Na zo’n vijfde afgang op rij voel je je als supporter machteloos, en boos dat het voor de zoveelste keer gebeurt.
Elke week denk je dat het tij toch snel moet keren. Het spel is voor rust structureel (heel) goed en de ploeg heeft met de stunt in Napels laten zien ook te kunnen vechten én winnen. Deze spelers hebben heel snel vertrouwen nodig door een goed resultaat in de eredivisie. Zondag wacht thuis RKC, nog zo’n ploeg uit het rechterrijtje. En donderdag komt eerst nog Rijeka langs in de Europa League, waar AZ na de geweldige start opeens kansrijk is voor overwintering.
Dit elftal gaat ons nog mooie momenten opleveren, zeker als de selectie straks weer op volle sterkte is.