De jaren '90

Ook het begin van de jaren `90 ziet het er allerminst rooskleurig uit in het Alkmaarse. Na het belabberde seizoen daarvoor komen er soms nog maar zo`n 1200 toeschouwers opdagen in De Hout die het zich zelfs kunnen veroorloven om in de rust van tribune te wisselen. Supporters die hun helden de eerste helft vanaf de Westzijde aanmoedigen kunnen zonder er op aangesproken te worden de tweede helft vanaf de Van der Bentribune volgen. Sportief gaat het iets beter. Aan het eind van het seizoen `90-`91 wordt zelfs de nacompetitie gehaald maar daarin gaat het roemloos ten onder. Er volgt nog een jaartje gerommel in de marge maar dan ineens dient zich een nieuwe weldoener aan.

Dirk Scheringa, self-made miljonair en grote man achter de Frisia voorschotsbank, maar bovenal al jaren supporter van AZ dat hij ooit groot zag worden in de jaren `70 en `80 wil zijn know-how en geld ter beschikking stellen aan zijn rood-witte trots. De nieuwe voorzitter is ambitieus en roept al bij zijn aanstelling dat hij AZ weer terug wil brengen naar de plek waar het hoort. Bij de top van Nederland. In 1994 en 1995 wordt de nacompetitie gehaald maar telkens lukt het net niet.
Maar dan volgt het seizoen 1995-1996. Scheringa heeft tal van spelers naar Alkmaar gehaald zoals Kruzen, Latuheru, Durmusoglu, Mutsaers, Hesp, Kooijman en good old Pieter Keur. Michael Buskermolen, de laatste speler die uit de eigen jeugd doorbrak, is al enkele jaren een vaste waarde in het elftal en met spelers die ooit uit de regio zijn weggeplukt bij amateurs zoals Fortes Rodriguez, Inia, Wijker en Ruitenbeek moet het dat jaar gebeuren. Omdat de voorzitter weet dat ex-spelers belangrijk zijn voor een club stelt hij Theo Vonk aan als trainer. Vonk heeft als speler en als jeugdtrainer zijn sporen verdiend in De Hout en heeft het in de jaren daarvoor gepresteerd om met Sparta en FC Twente Europees voetbal af te dwingen. Samen met zijn assistenten Martin Haar en Hugo Hovenkamp, beiden ook gezegend met een rijk AZ-verleden, moet het kampioenschap worden binnen gehaald.

De ploeg opereert vanaf de start van de competitie soeverein en staat bijna het gehele seizoen aan kop. Als er op 20 april 1996 met 0-2 wordt gewonnen bij directe concurrent Emmen weet men het. De week daarop kan men in de thuismatch tegen FC Den Bosch kampioen van de eerste divisie worden. Het wordt een bloedstollende pot mede omdat beide ploegen niet weten te scoren maar als na negentig minuten het laatste fluitsignaal klinkt en hoort dat Emmen ook nog eens punten heeft laten liggen weet men het zeker. Er is weer eens victorie in Alkmaar en na acht jaar is AZ terug waar het hoort, in de eredivisie. Supporters die acht jaar daarvoor de degradatie meemaakten en ook nog eerder het landskampioenschap staan met tranen in de ogen van blijdschap.

Scheringa is nu niet meer te houden. Hij verwacht dat de ploeg binnen een aantal jaren weer mee zal doen om de plaatsen die recht geven op Europees voetbal en daarnaast zijn er al enige tijd plannen ontvouwen die moeten leiden tot een splinternieuw stadion aan de rand van Alkmaar, Kooimeerplaza geheten. Toch moet men een jaar later pas op de plaats maken want de ploeg heeft het vanaf het begin af aan allerminst makkelijk in de eredivisie en zal na een jaar toch weer degraderen.

Maar de voorzitter weigert zijn ambities bij te stellen en haalt ondanks de degradatie eredivisiewaardige spelers als Huiberts, Langerak, Van Galen en Van der Weert en tot ieders verrassing presenteert hij Wim van Hanegem als nieuwe trainer die voor successen moet gaan zorgen. En die successen komen want reeds in de eerste thuiswedstrijd wordt Go Ahead Eagles met 7-1 verslagen. De ploeg is niet te houden en later wordt dat seizoensrecord zelfs nog verbroken als Heracles met nog grotere cijfers klop krijgt (8-0). Uiteindelijk kan AZ de titel eind april grijpen in een uitwedstrijd bij ADO Den Haag waar een punt volstaat. Vijfentachtig minuten kijken de ploeg tegen een achterstand aan maar dan is daar de Amerikaan Hamisi Amani-Dove die AZ met een late gelijkmaker de titel schenkt. Een grootse huldiging op het Waagplein volgt die tot teleurstelling van velen later die avond fiks uit de hand zou lopen. Maar AZ is terug en deze keer is het zaak om er te blijven.

De competitie begint ietwat wisselvallig maar als eind september PSV op bezoek komt laat de ploeg zien wat het werkelijk in huis heeft. Na een 0-1 achterstand raakt men op drift en via tweemaal Langerak, een penalty van Fertout en Van der Weert wordt het 4-1. En het speelt meer prachtige wedstrijden dat seizoen ondermeer tegen FC Utrecht tegen wie men drie keer op achterstand komt maar toch weet te winnen (4-3). Door het aanvallende voetbal waarmee Van Hanegem speelt loopt het echter ook wel eens tegen een fikse zeperd op zoals bij Roda JC (8-2). Toch eindigt de ploeg op een keurige negende plaats, volwaar niet slecht na de promotie het jaar daarvoor.

Wim van Hanegem besluit echter niet te blijven en hij wordt opgevolgd door Gerard van der Lem. Onder de Amsterdamse trainer gaat het nog iets beter en wordt AZ zelfs zevende aan het eind van het seizoen en bereikt het de halve finale van de beker waarin uiteindelijk NEC na penalty`s te sterk is. Daarnaast komen er voor het eerst sinds jaren weer eens spelers in de picture in Zeist want zowel Oscar Moens als Dries Boussatta worden uitgenodigd voor enkele oefeninterlands.