De oorsprong van het betaalde voetbal in Alkmaar vinden wij als we teruggaan naar 13 april 1954. Dit was ruim een jaar nadat een elftal van Nederlandse profs die in het buitenland speelden het presteerden om in Parijs van de Franse nationale elf te winnen. Deze profs waren al enkele jaren verbannen uit het echte Nederlands Elftal omdat zij hadden gekozen voor een profbestaan in het buitenland. KNVB -voorzitter Karel Lotsy bleef volharden in het amateurisme maar nadat de spelers bij elkaar kwamen naar aanleiding van de watersnoodramp die grote delen van Nederland in 1953 had getroffen en vervolgens Frankrijk wist te verslaan (1-2) werd de roep om betaald voetbal in Nederland steeds luider. De KNVB wilde nog niet toegeven maar ondertussen werd er wel gewerkt aan een nieuwe voetbalbond de NBVB (Nederlandse Beroeps Voetbal Bond) genaamd.

Op de avond van 13 april 1954 werden ook in Alkmaar de woorden ‘Mijne heren, wij gaan voetballen’ gesproken toen de profclub Alkmaar ’54 werd opgericht die zich samen met nog negen andere clubs aansloot bij de zogenaamde ‘wilde’ voetbalbond. En zo kon het gebeuren dat de allereerste profwedstrijd in Nederland zich op 14 augustus 1954 afspeelde in De Hout toen de teams van Alkmaar ’54 en Venlo tegen elkaar in het strijdperk traden. Onder leiding van trainer Gerrit van Wijhe wisten de Alkmaarse profs voor 13.000 toeschouwers met 3-0 te winnen dankzij goals van Klaas Smit (2x) en Henk van de Sluis. Toch was de ‘wilde competitie’ geen lang leven beschoren want in november 1954 gaat ook de KNVB overstag waarna beide bonden in elkaar opgaan en tachtig clubs aan een profavontuur gaan beginnen.

De spelers van Alkmaar ’54 die dat seizoen zo’n veertig gulden per overwinning konden verdienen eindigden het seizoen op een vijfde plaats in de 1e klasse C waarmee promotie naar de hoofdklasse werd afgedwongen. In die hoofdklasse komt Alkmaar`54 een jaar later slechts vier punten tekort om te promoveren naar de nieuw te vormen eredivisie. Dit was vlak nadat oud-international Kick Smit het als hoofdtrainer had overgenomen van Van Wijhe. Ook het seizoen daarop eindigen de Alkmaarders als tweede en loopt men weer promotie mis. Na een matig seizoen word Smit in 1958 vervangen door de Oostenrijkse trainer Ludwig Veg en wordt de weg naar boven weer ingezet. De ploeg eindigt mede dankzij goede versterkingen als Nico Wagemaker en Nico Kesselaar op een keurige vierde plaats in de eerste divisie.

Ondanks het goede seizoen waren er wel problemen voor de supportersvereniging want bij de jaarvergadering in maart 1959 kwamen van de 450 leden slechts 12 trouwe leden opdagen. De prijzen van de seizoenskaarten werd eind jaren vijftig verhoogd en bedroegen 22,50 gulden voor een staanplaats en voor 15 gulden meer kon men een heel seizoen zitten. Aan het eind van het seizoen 1959-1960 was er dan toch victorie toen Alkmaar’54 dankzij een 0-0 gelijkspel bij DFC in Dordrecht kampioen van de eerste divisie werd. Zo’n dertig bussen met Alkmaarse supporters zagen hoe de mannen van de afscheid nemende Veg stand hielden tegen de medekampioenskandidaat en zo voor het eerst naar de eredivisie promoveerde. De selectie van Veg bevatte het seizoen 1959-1960 de volgende namen; Blauw, Bult, Buis, Havink, Van Hilten, Houtkoper, Kastanje, Kesselaar, Kooge, Peggeman, Pitters, Seeman, Smit, Stuive, Tijm, De Vleeshouwer en Wagemaker.