Bezienswaardigheden in Alkmaar

Op cultuurhistorisch gebied heeft Alkmaar ook veel te bieden. Alkmaar heeft een rijk aanbod aan hofjes, monumenten, de stadswallen, kerken en musea. De meest bekende hebben we hier uitgelicht.

Wildemanshofje

Het Wildemanshofje werd gesticht door Gerrit Florisz. Wildeman. Het in 1717 gebouwde hofje bood aanvankelijk plaats aan 24 bejaarde vrouwen van verschillende geloofsrichtingen.

Hofje van Sonoy

Op de plaats van het huidige Hof van Sonoy lag vroeger het Witte Hof of Sint Maria Magdalena Klooster. Het klooster kwam in 1572 in handen van de stad en het hof werd toen gebruikt om stedelingen onder te brengen die dakloos waren geworden, omdat hun huizen waren gesloopt voor de aanleg van de nieuwe stadsverdediging. Na het beleg werd het Hof verkocht aan Diederick van Sonoy, gouverneur van het Noorderkwartier, die hier enige jaren heeft gewoond. Sonoy had een sleutelrol in de overwinning op de Spanjaarden in 1573. Zijn naam is aan deze plek verbonden gebleven.

Hofje van Splinter

Dit Hofje van Splinter heeft zijn 350-jarig bestaan al enige jaren achter de rug. Het is namelijk gesticht in 1646, uit een erfenis van Margaretha Splinter. Ze woonde er met haar man Floris van Jutphaes. Na de dood van Margaretha Splinter werd het complex verbouwd tot een hofje voor acht ongehuwde dames, die in armoede leefden maar wel uit een (ge)goede familie stamden.

Waagtoren

Het Waaggebouw heeft een interessante geschiedenis. Oorspronkelijk had het gebouw, dat dateert uit de 14de eeuw, de bestemming van H. Geestkapel. In het naastgelegen H. Geestgasthuis konden arme reizigers gedurende drie dagen en nachten gratis onderdak krijgen. Ook werden er zieken verpleegd. In 1566 gaf de bisschop van Haarlem toestemming om het H.Geestgasthuis in te richten tot waaghuis. Na het Alkmaarse beleg en ontzet werd de Waag aan de stad geschonken, wegens betoonde dapperheid en trouw. In 1582 besloot men de Waag over te brengen naar de grotere H.Geestkapel, die inmiddels aan zijn bestemming was onttrokken. De verbouwing van kapel tot waag, waarbij een gedeelte werd weggebroken (de oorspronkelijke koorsluiting is in het plaveisel weergegeven), werd in 1583 voltooid. Het gebouw kreeg een rijk versierde gevel in renaissancestijl (de huidige voorgevel uit 1884 heeft dit oorspronkelijke ontwerp nauwkeurig gevolgd). Het gebouw was zo ruim dat werd besloten tot het inrichten van een vleeshal in het schip. In 1597 werd besloten tot vernieuwen en vergroten van de toren en het aanbrengen van een verdiepingsvloer. Op de begane grond bevinden zich nu het weeggedeelte en het VVV-kantoor. Op de verdieping van het Waaggebouw is het Hollands Kaasmuseum gevestigd.

Accijnstoren

De Accijnstoren werd in 1622 gebouwd. De toren diende als kantoor: iedereen die goederen wilde invoeren, moest bij de Accijnstoren belasting betalen. Accijnzen vormden vroeger een belangrijke bron van inkomsten voor de stad. De Accijnstoren heeft een nagenoeg vierkante plattegrond en is opgetrokken in baksteen met natuurstenen banden. Boven de trans (= omgang) verrijst een sierlijke houten toren met luidklok. De toren heeft een peervormige bekroning met vergulde bol en als windwijzer een binnenschip.

Vismarkt

Uit oude rekeningen blijkt dat Alkmaar al in de 16e eeuw visbanken had. Via de deuren in de muur achter de visbanken werd de zoetwatervis, hangend in gevlochten korven, in het Verdronkenoord vers gehouden. Natuurlijk is er in de loop der eeuwen wel wat gewijzigd. Tijdens de vernieuwing van de banken in de 17de eeuw werden in 1755 de oorspronkelijk houten kolommen vervangen door stenen zuilen. De houten galerijen rusten nu op 19de-eeuwse gietijzeren kolommen. Op de kap van de gaanderij langs het water staan een houten en een natuurstenen beeld, die een visvrouw en een visser voorstellen. De pomp, die blijkens de jaartalsteen uit 1785 dateert, werd in 1882 vernieuwd. Let u op de putroosters: in verband met het ‘bijtende’ visafval zijn in plaats van ijzeren roosters koperen exemplaren aangebracht. Tot in 1998 vond op de visbanken nog elke vrijdag de vismarkt plaats.

Huis met de Kogel

‘Het huis met de kogel’ dankt zijn naam aan het feit, dat hier tijdens het Spaanse beleg van 1573 het gezin van Jan Arendsz (een van de eerste hageprekers van Nederland) ongedeerd bleef, toen een Spaanse kanonskogel insloeg. Het pand is waarschijnlijk kort voor het beleg gebouwd en is een zogenaamde voor 3/4 deel versteend-houten huis. Het overstek van de stenen zijgevel op de eerste verdieping is bij de verbouwing in de 19e eeuw verdwenen. De kogel links boven op de gevel herinnert aan de strijd tegen de Spanjaarden. Deze strijd werd onder anderen gewonnen door water. Door sluizen open te zetten liep het land rondom de stad onder water. De Spanjaarden, tot aan hun middel in het water, bliezen de aftocht en zo begon bij Alkmaar de Victorie!

Vigilantie

De meeste pakhuizen in de Noordelijke Nederlanden uit de 17de en 18de eeuw kregen een eenvoudige tuitgevel. Maar er zijn uitzonderingen. Zo’n uitzondering is De Vigilantie (= waakzaamheid), een pakhuis dat vermoedelijk in de tweede helft van de 17de eeuw werd gebouwd.

Molen van Piet

Dit karakteristieke monument heet officieel molen De Groot. De voorloper van de huidige molen was een standaardmolen en werd gebouwd in 1605. Op oude kaarten is te zien dat er vroeger wel tien molens op de wallen rondom de stad hebben gestaan. Behalve deze molen zijn ze alle uit de binnenstad verdwenen.

Nieuwe Doelen

De Nieuwe of St. Sebastiaans-doelen was het onderkomen van de Alkmaarse schutterij. De schutterij was een burgerwacht die zorgde voor de handhaving van de orde en veiligheid in de stad.

Stadhuis

Het Stadhuis werd in 1509-1520 gebouwd in gotische stijl, compleet met slanke hoektoren met open peerspits. Het Stadhuis heeft een aantal bezienswaardige vertrekken, waaronder de grote door Stuyt vormgegeven Raadzaal met zijn 17de-eeuwse schouw in renaissance stijl. In dit laatste vertrek vergaderden vroeger de polderbesturen. Heden ten dage dient de Polderkamer als trouwzaal.

Huis van Achten

Het Provenhuis van Johan van Nordingen bevindt zich net als het naastgelegen Hof van Sonoy op het oorspronkelijke terrein van het zogenaamde ‘Witte Hof’ of Sint Maria Magdalena Klooster. Het hofje werd gesticht op 29 mei 1657. Johan van Nordingen bepaalde bij wilsbeschikking dat het huis ingericht moest worden als tehuis voor zes, zeven of acht oude mannen. De naam die het hofje in de volksmond kreeg (‘Huis van Achten’), komt hieruit voort.

Grote Kerk

In 1470 werd begonnen met de bouw van de Grote of Sint Laurenskerk. In 1520 werd de bouw van de kerk voltooid. De Grote Kerk is gebouwd op een oude zandrug. Vlakbij, aan het begin van de Langestraat, is in de bestrating het hoogste natuurlijke punt aangegeven met een kleine halve maan van grijze kinderkopjes.

Remonstrantse kerk

De Remonstrantse kerk is een schuilkerk, gelegen op een binnenterrein. Het gebouw werd in 1658 op de plaats van een houten gorterij gebouwd. In de gorterij kwam men eerst in het geheim bijeen. De monumentale entree tussen de twee klokgevelhuisjes stamt uit 1728. In het sierlijke ijzerwerk boven de deuren zijn de letters RK (Remonstrantse Kerk) verwerkt.

Kapelkerk

De Kapelkerk dateert volgens sommigen uit ca. 1325, maar meer algemeen wordt aangenomen dat men met de bouw begonnen is omstreeks 1520, dus direct na het voltooien van de Grote Kerk. Ten tijde van de bouw van de Kapelkerk was de Laat nog water, daarom zit de ingang in de korte gevel aan de Kapelsteeg.

Lutherse Kerk

De Lutherse kerk werd gebouwd in 1692. Het eenvoudige exterieur herinnert eraan, dat de Lutherse kerk als schuilkerk begonnen is. Het inwendige is echter, zoals bij Lutherse kerken gebruikelijk, veel rijker. Zo wordt de ruimte overdekt door een houten tongewelf met een verhoogd middenveld. Voorts zijn er een fraaie preekstoel met bijbehorende banken en een rijk bewerkt tochtportaal uit de bouwtijd.Tot de bijzonderheden behoort het schitterende orgel uit 1754, voorzien van rococo snijwerk en bovenop een zwaan: symbool van Luther en de Lutheranen. Het orgel werd vermoedelijk gebouwd door de Pieter Müller, zoon van de bekende orgelbouwer Christian Müller.

Stedelijk museum

Dé plek om de geschiedenis van de stad en de omgeving te leren kennen. Het museum heeft vier afdelingen: twee zalen gaan over “De Gouden Eeuw van Alkmaar”, de 16de en 17de eeuw, en een over “De Moderne Tijd”, de 19de en 20ste eeuw.

Kachelmuseum

Tot de komst van de centrale verwarming maakten kachels en stoken lange tijd een belangrijk deel uit van het dagelijks leven. Het Nederlands Kachelmuseum geeft een overzicht van de ontwikkeling van ‘de kachel’ in stijl en techniek over de periode 1830 – heden. In acht zalen zijn ruim 100 kachels, haarden en fornuizen te zien.

Biermuseum

Het museum, gevestigd in een brouwerij uit de 17e eeuw, geeft een beeld van het brouwproces van vroeger. U ziet de mouter op de moutzolder aan het werk, de brouwer bij de bierketel, de kuiper aan het vaten maken, een ingericht café, bierdragers etc. Tevens krijgt u een overzicht van de geschiedenis van het bier, de rol van het bier in Nederland en in een stad als Alkmaar.

Kaasmuseum

Het Hollands Kaasmuseum is gevestigd in het hartje van kaasstad Alkmaar in het monumentale Waaggebouw. Het museum toont de bereiding van zuivelproducten door de eeuwen heen, de handel en het leven op het platteland. De collectie bestaat ondermeer uit historische gebruiksvoorwerpen, film beeldmateriaal en schilderijen.