2010-2020

De jaren ‘10 kun je wellicht het best karakteriseren als het decennium van het voorspelde verval dat er uiteindelijk nooit is gekomen. Want aan wie je het begin 2010 ook vroeg, supporters, bestuur, Alkmaarders, journalisten, iedereen was er zeker van: na het wegvallen van suikeroom Dirk Scheringa zou AZ wegzakken. De vraag was alleen: hoe ver?

Nu, tien jaar verder, weten we dat dit scenario gelukkig geen waarheid is geworden. Het Alkmaars vlaggenschip staat structureel in de (sub)top van de eredivisie, de club is financieel gezien kerngezond en de jeugdopleiding behoort tot de beste van Europa. AZ heeft de omslag gemaakt van de provincieclub die met het DSB-kapitaal een gooi naar de top wilde doen naar een club met een duurzaam groeibeleid. Waar het DSB stadion destijds vol liep voor aankopen als Dembélé, Pelle en Moreno, zijn er tegenwoordig in het AFAS stadion regelmatig wedstrijden te zien waarin AZ met een elftal ten strijde treed waarvan meer dan de helft bestaat uit AZ-jeugdspelers. Waar het in het begin van deze eeuw een must was dat er een grote, ervaren hoofdcoach werd aangetrokken, kiest AZ nu voor de onervaren oefenmeester Arne Slot. Kortom, een wereld van verschil. Hoe is deze omslag tot stand gekomen?

Bestuur

Op bestuurlijk vlak vond in 2010 een omslag plaats, waar algemeen directeur Toon Gerbrands als stabiele factor aanbleef. Er werden meerjarige contracten getekend door trainer Verbeek, directeur voetbalzaken Earnest Stewart (opvolger van de naar PSV vertrokken Marcel Brands) en nieuwe hoofdsponsor AFAS. Dit zorgde voor stabiliteit, stabiliteit die broodnodig was om de positie in de subtop van de eredivisie te behouden en een lange termijn visie te ontwikkelen. Onder aanvoering van bovengenoemde werd dit nieuwe beleid in praktijk gebracht. Gerbrands bewaarde rust en maakte van het realiseren van een hypermodern AFAS trainingscomplex zijn laatste grote klus voor hij in 2014 het stokje overgaf aan Robert Eenhoorn. Stewart had de toch wat ondankbare taak om elk seizoen zijn beste spelers te moeten verkopen, om de financiële gaten te dichten. Dit probeerde hij op te vangen door langzamerhand de jeugdspelers steeds sneller de kans te bieden en gerichte aankopen te doen, met jeugdexponent Adam Maher en Amerikaanse buitenkans Jozy Altidore als belangrijkste succesverhalen. Verbeek zorgde voor een uitermate fitte ploeg waarmee op zowel Nationaal als Europees niveau successen werden geboekt. De bekerwinst van 2013 was hierbij het absolute hoogtepunt. Dit beleid werd in de opvolgende jaren met een steeds groter succes voortgezet door het trio Eenhoorn, clubman Max Huiberts en langstzittende AZ-trainer John van den Brom.

AZ 1

Op het seizoen 12-13 na, is het eerste elftal structureel in de top-6 van de Eredivisie geëindigd. Sinds 2015 is de club zelfs twee keer derde en één keer tweede geworden. Naast de competitie heeft AZ in zowel 2012 als 2014 de kwartfinale van de Europa League behaald en bekerfinales in 2013, 2017 en 2018. Prestaties van formaat die, zoals gezegd, de toekomstverwachtingen uit 2009 hebben overtroffen. Iets waar we als club trots op mogen en ook moeten zijn. Niet op de laatste plaats omdat AZ, met de zesde begroting van Nederland, jaarlijks zijn beste spelers moet verkopen en weer opnieuw kan beginnen. Opvallende spelers in dit decennium genoeg, maar namen die voor altijd zullen blijven hangen:

  • Maarten Martens, de Belg was qua techniek één van de beste ooit (de panna bij Theo Janssen tegen Ajax is een ware classic). Jammerlijk te vaak geblesseerd om de stap naar een grote club te bewerkstelligen maar mede daardoor maarliefst 9 jaar te bewonderen geweest in Alkmaar.
  • Esteban Alvarado, kwalitatief gezien geen keeperswonder, maar zeker het benoemen waard. Geliefd bij de Benside, altijd voorop in de strijd. Wereldberoemd geworden na het incident dat plaatsvond in 2011, toen hij zich plotseling op het veld van de Amsterdam Arena moest verdedigen tegen Hooligan Wesley, die besloot het veld te bestormen omdat hij, naar eigen zeggen, ‘’de keeper niet mocht’’.
  • Vincent Janssen en Alireza Jahanbakhsh. Topscorers Eredivisie in respectievelijk 2016 en 2018.
  • Guus Til en Teun Koopmeiners. Welbespraakt en goedlachse aanvoerders uit de regio, kinderen van de club.

Het topclub-syndroom

Het was een ding in het tijdperk van den Brom. AZ wist maar niet te winnen van de clubs uit de traditionele top drie. In het seizoen 17-18, waarin AZ derde werd met maarliefst 71 punten, werd geen enkel punt gehaald in de 6 wedstrijden tegen Ajax, Feyenoord en PSV. Een feit dat gretig werd opgepakt door de pers. Dit knaagde. Bij supporters, spelers en vooral bij trainer van den Brom. De opluchting was dan ook groot toen AZ in de jaren erna keihard afrekende met het ‘syndroom’. Op 17 maart 2019 won AZ met 1-0 van Ajax en dit bleek geen incident: in het seizoen 19-20 werd gewonnen van Ajax (2x), Feyenoord én PSV met een doelsaldo van 10 voor en 0 tegen.

Jeugdopleiding

Het belangrijkste speerpunt van het beleid dat sinds 2010 is ingezet, is vol investeren in de jeugdopleiding. De club moest wel, zoals gezegd, en deed dit met verve. Na het zoveelste conflict met de altijd constructieve gemeente Alkmaar, besloot AZ met het nieuwe jeugdcomplex uit te wijken naar de Z van AZ. In Wijdewormer werd in 2016 het AFAS-trainingscomplex feestelijk geopend in het bijzijn van kampioenstrainer Louis van Gaal en andere clubiconen. Van Gaal was onder de indruk van de accommodatie en faciliteiten en de visie van de club op jeugd en ontwikkeling. En hij was niet de enige. Meerdere malen per seizoen komen delegaties van grote Europese topclubs op het complex over de vloer om zichzelf te laten inspireren. AZ loopt namelijk voorop op het gebied van trainingsleer, technische innovaties als trainen op verschillende ondergronden, virtual reality en data analyse. Alles om het doel te bereiken: 50 procent van het basiselftal van AZ 1 moet bestaan uit producten van de AZ-jeugdopleiding.

De academie, waar Paul Brandenburg sinds 2015 de leiding heeft, werpt zijn vruchten af. Adam Maher, Wesley Hoedt, Teun Koopmeiners en Calvin Stengs zijn hier voorbeelden van. Spelers hebben minder moeite met de overstap van de jeugd naar het eerste, mede doordat jong AZ in de eerste divisie uitkomt. In 2015 en 2016 werd de AZ-jeugdopleiding verkozen tot beste van Nederland, in de vorm van de Rinus Michels Award. Achteraf gezien is het feit dat AZ haar trainingscomplex niet in Alkmaar mocht bouwen en daarom uitweek naar de Zaan misschien een geluk bij een ongeluk geweest. Het is nu eenmaal zo dat veel talentvolle voetballers uit de regio Amsterdam komen. De geografische afstand is sinds 2016 in ieder geval geen reden meer voor talenten om Ajax te prefereren boven AZ.

Supporters & Stadion

Het achterland van AZ is beperkt en dit zal waarschijnlijk altijd zo blijven. Waar in Alkmaar en aangrenzende gemeenten AZ de boventoon voert, is het in de rest van de provincie toch vooral Ajax en Feyenoord. AZ heeft ongeveer 10.000 seizoenkaarthouders en gemiddeld zitten er zo’n 15.000 man bij een thuiswedstrijd van AZ. De sfeer in het stadion is in de jaren ’10 positief veranderd. De successupporters van de kampioensperiode verdwenen met hun klappers in de hand en maakte plaats voor een staantribune en groot supporterscafé onder de molenaarstribune. Natuurlijk vond je in Alkmaar het afgelopen tijdperk niet de beste voetbalsfeer van Nederland. West-Friese nuchterheid? De wind? Afstand tussen tribune en veld? Een specifieke reden hiervoor is niet aan te wijzen. Toch zijn er genoeg supporters initiatieven die memorabel waren. De sfeeracties bij de bekerfinales, spontane huldigingen na het behalen van weer een derde plaats, Europese trips en een betere band met spelers en directie. De constructieve houding van Algemeen directeur en het feit dat AZ-supporters zich liever identificeren met jongens van de club dan met passanten dragen hier uiteraard aan bij. Wat hopelijk ook bij gaat dragen aan het creëren van een echte voetbalsfeer is de verbouwing van het stadion. Mede door het instorten van het stadiondak in Augustus 2019 is dit proces in versnelling gekomen. Er liggen plannen klaar voor een nieuw dak en een tribune die doorloopt tot aan het veld. De jaren ’20 zullen uitwijzen of de huidige groei zal leiden tot een nieuwe prijs, wat we hopelijk kunnen vieren in een prachtig gerenoveerd voetbalstadion.